Elleboogdysplasie onderzoek bij de bouvier 

Elleboogdysplasie (beter bekent als ED) is een aandoening die regelmatig voorkomt bij de hond. ED onderzoek richt zich op 4 verschillende aandoeningen van het ellebooggewricht, die echter alle op den duur tot  deformatie van het gewricht en kreupelheid kunnen leiden. Het zijn ontwikkelingsstoornissen van met name het kraakbeen in gewrichten die onder invloed van erfelijke en andere factoren ontstaan. Sommige honden kunnen hiervan op jonge leeftijd reeds ernstige problemen ondervinden. Bij andere zullen pas op latere leeftijd de ernstige misvormingen in het gewricht aanleiding zijn tot kreupelheid. Het onderzoek is gebaseerd op röntgenfoto's van de ellebogen. Omdat de oorzakelijke redenen per ras kunnen verschillen, zal ook het aantal vereiste röntgenopnamen per ras verschillend kunnen zijn.

Elleboogdysplasie onderzoek 
Alle bouviers die worden ingezet voor de fokkerij waarvan de fokker is aangesloten bij Boe4 zijn verplicht het ED onderzoek te ondergaan.
De leeftijd waarop het onderzoek bij de bouvier gedaan dient te worden is minimaal 18 maanden.

Het beoordelingspanel

Eee van de taken van het ED-panel van de Raad van Beheer, afdeling Gezondheid, Gedrag en Welzijn (GGW), is de beoordeling van röntgenfoto's van de ellebooggewrichten van honden. De röntgenfoto's, de zogenaamde ED-foto's kunnen in principe door iedere praktiserende dierenarts die een overeenkomst met GGW heeft gesloten worden gemaakt

Voor de gegevens van een dierenarts in uw omgeving kunt u contact opnemen met de Raad van Beheer, afdeling GGW, telefoon 0900-7274663. ED-foto's worden beoordeeld door een panel van drie deskundigen. Een zo objectief mogelijke beoordeling van de foto's die voor de ED-bestrijding onontbeerlijk is, wordt daarmee zo goed mogelijk gewaarborgd. De beoordeling van ED-foto's heeft tot doel informatie te verschaffen aan fokkers en rasverenigingen die gegevens over Elleboogdysplasie in hun fokprogramma willen gebruiken.

Röntgenfoto's
De foto's die bij GGW binnenkomen worden in principe eens in de twee weken beoordeeld. Nadat de beoordelingskosten door GGW zijn ontvangen, wordt de uitslag verzonden, tenzij de foto's niet aan de gestelde eisen voldoen. Voor een goede beoordeling van de ellebooggewrichten op artrose zijn twee foto's van de hond van beide ellebogen nodig. Voor een diagnose onderzoek moeten foto's gemaakt worden in vier richtingen. Voor beide onderzoeken moet de hond achttien maanden oud zijn. Terwille van de betrouwbaarheid van de beoordeling worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit en de documentatie (identificatie) van deze röntgenfoto's. Wanneer niet aan deze eisen is voldaan, krijgt de dierenarts die de röntgenfoto's heeft gemaakt, daarvan bericht met een aantekening over hetgeen eraan mankeert met een verzoek om nieuwe röntgenfoto’s te maken. Een dergelijk verzoek wordt direct na de beoordeling van de röntgenfoto's verzonden. Ook de eigenaar krijgt hieromtrent bericht. De dierenarts wordt geacht contact op te nemen met de eigenaar van de hond om een afspraak te maken voor het maken van nieuwe ED-foto's. Het beoordelen van deze nieuwe foto's wordt niet opnieuw in rekening gebracht.

Uitslag van de foto'ss
De uitslag het ED-panel zal haar eindoordeel t.a.v. de elleboogkwaliteit beschrijven als een van de volgende classificaties:

  • Vrij,
  • Grensgeval
  • Graad 1
  • Graad 2
  • Graad 3.

In die gevallen waarin ras- of projectspecifieke bepalingen van toepassing zijn, zal het panel zo mogelijk tevens een uitspraak doen over het achterliggende ziekteproces. De artrose-beoordeling wordt uitgevoerd vlgs de internationale normen bepaald door de "International Elbow Working Group". De definitieve artroseclassificatie zal gelijk zijn aan de artrose-beoordeling van de slechtste van de beide ellebooggewrichten. Bij het ED-onderzoek zal onderscheid worden gemaakt tussen rassen die op grond van internationale publicaties een verhoogd risico lopen. Bij ons ras zijn twee foto's per elleboog voorlopig voldoende.

De beoordeling van de onderdelen

De term "Elleboogdysplasie" wordt gebruikt, wanneer een of meer van de volgende aandoeningen in een ellebooggewricht aanwezig is of zijn:

  • OCD (Osteochondritis dissecans, loslaten van een stukje kraakbeen van de bovenarm)
  • LPC (Los processus coronoïdeus, loslaten van een stukje bot van de ellepijp)
  • LPA (Los proc.anconeus , loslaten van een stuk bot op een andere plaats van de ellepijp)

Incongruentie (een niet goed "passend" gewricht door een te lange of te korte ellepijp ten opzichte van het spaakbeen).

Ieder van de genoemde afwijkingen leidt na enkele maanden tot "artrose". Onder artrose wordt verstaan veranderingen van een gewricht (botreactie's) die in de loop van het ziekteproces kunnen ontstaan, die blijvend zijn en vooral gekenmerkt worden door startpijn (kreupele stappen net na het opstaan), "er doorheen lopen" (dus beter lopen na enige tijd) en een terugval na veel inspanning. Behandeling De behandeling van een afwijkend ellebooggewricht hangt ondermeer af van de aard en de ernst van de afwijking, de ernst van de klachten, de leeftijd van de hond en eventueel aanwezige (complicerende) artrotische veranderingen. Vaak is een chirurgische behandeling geïndiceerd. Daarbij geldt dat, als er geen factoren tegen pleiten, losgeraakte bot- en kraakbeenfragmenten (bij OCD, LPA en LPC) uit het gewricht worden verwijderd terwijl de incongruentie zo mogelijk wordt gecorrigeerd. Artrose zelf is niet chirurgisch te behandelen, wel de oorzaak van artrose. Er is niet aangetoond dat er middelen zijn waarmee artrose kan worden verholpen. Wel kunnen door het opleggen van gedragsregels en door het gebruik van pijnstillers de klachten worden verminderd. Het herhalen van ED-onderzoek In het algemeen behoeft de hond dit onderzoek eenmaal in het leven te ondergaan. In sommige gevallen is het gewenst dat het onderzoek 1 jaar later herhaald wordt. Dit kan ook als de eigenaar hier prijs op stelt. De uitslag, die daarbij tot stand komt, zal de eerder gegeven uitslag vanaf dat moment gaan vervangen.

Elleboogdysplasie en de fokkerij
In het algemeen geldt hoe beter de kwalificatie van de ellebogen hoe kleiner de kans dat de nakomelingen ED zullen ontwikkelen. Dit is echter geen garantie dat alle nakomelingen van negatief beoordeelde honden ook negatief zullen zijn, de kans is alleen groter. De wijze van vererven kan per ras verschillen. Rapportage Uitslagen van het ED-onderzoek worden toegestuurd aan rasverenigingen die een overeenkomst met GGW zijn aangegaan. Een consequentie hiervan is dat de uitslagen openbaar moeten zijn, zowel voor de leden van de rasvereniging als voor derden. GGW registreert geen namen van eigenaren en deze worden bij rapportage dan ook niet vermeld. Uw hond en ED Eigenaren van honden waarvan officieel ED-foto's zijn gemaakt vragen de dierenarts die de foto's gemaakt heeft nogal eens naar zijn of haar mening over de toestand van de ellebogen. Wanneer de eerste indruk van de dierenarts beter is dan de uiteindelijke uitslag, kan dit aanleiding zijn tot teleurstelling bij de eigenaar van de hond. Het ED-panel adviseert dierenartsen daarom geen uitspraken te doen over de toestand van de ellebogen. Van honden die niet vrij blijken te zijn van elleboogdysplasie, maar die hiervan geen uiterlijke verschijnselen tonen, kan op grond van deze foto's niet voorspeld worden in welke mate ze later problemen kunnen krijgen.Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de aandoening en het gebruik en de aard van de individuele hond. Het is wel verstandig erop toe te zien dat de hond niet te zwaar wordt en dat ook anderszins overmatige belasting van de ellebogen wordt vermeden. Dit is vanzelfsprekend wel afhankelijk van de eisen die aan de hond gesteld worden als huishond of als werkhond. In geval van twijfel kunt u dit met uw dierenarts bespreken.

De ED-beoordeling geeft uitsluitend informatie over de toestand van de ellebogen van de individuele hond. Gegevens over de ED-beoordeling van ouders, nestgenoten en nakomelingen zullen bijdragen tot een nauwkeuriger indruk over de fokwaarde van de betreffende hond. Het is daarom van belang dat de rasverenigingen over alle uitslagen kunnen beschikken en dat alle ED-foto's die gemaakt worden ook ter beoordeling aan de ED-commissie worden voorgelegd, ook indien door de dierenarts duidelijke afwijkingen aan de ellebogen worden gevonden. Het is wenselijk uitsluitend met ED-vrije honden te fokken, omdat dan de kans op ED bij de nakomelingen het kleinst is. Bij rassen waarvan maar weinig honden beschikbaar zijn en bij rassen waarin ED vaak voorkomt is dit helaas niet altijd mogelijk. Binnen de rasverenigingen zullen fokkers in goed overleg met de Raad van Beheer, afdeling GGW, kunnen vaststellen wat in het kader van ED-bestrijding voor hun ras noodzakelijk en mogelijk is, en wat in de fokkerij ten aanzien van ED nog verantwoord is.

De Bouviers  in de fokkerij
Zoals in dit artike staat geschreven ben je als lid van Boe4 verplicht het ED onderzoek plaatst te laten vinden als je de bouvier inzet voor de fokkerij. Om de bouvier te mogen inzetten in de fokkerrij is de minimale combinatie van de ouderdieren ED vrij x ED grensgeval  Bouviers met een beoordeling "Elleboogdysplasie graad II of graad III" mogen niet voor de fok worden ingezet.

Bouviers met een ED beoordeling graad II en graad III mogen niet voor de fokkerij worden ingezet.

Database ED Gezondheiduitslagen

© 2024 Vereniging Boe4